Last goodbyes
3 November 2013, 10:26Het is weer gedaan, ik zit weer thuis in het donkere koude Nederland. De laatste week in Ponta do Ouro was fenomenaal. Ik heb weer wat mooie dingen van mijn bucket list mogen afstrepen: naast het prachtige duiken heb ik gezwommen met dolfijnen, en heb aan paragliding gedaan. De allerlaatste dag was de allerbeste afsluiting van mijn reis die ik me had kunnen wensen. Het was zo gezellig dat ik mijn terugvlucht bijna heb gemist.
Vinden van vervoer naar Ponta do Ouro was niet zo’n probleem. Mijn grote koffer werd op het dak van de minibus gebonden en ik controleerde of ie goed vast zat. Rond half 10, toen de bus vol genoeg zat konden we vertrekken. De weg viel het eerste stuk wel mee. Geen mooie asfaltweg maar alleszins te doen. Naarmate we vorderden werd de weg slechter, en smaller, tot er nog maar een smal “olifantenpaadje” over was. De bus beschikte uiteraard over vierwiel-aandrijving maar soms was het wel even spannend of we het zouden halen. Halverwege de middag reden we Ponta binnen, mijn koffer werd van het dak gehaald, en daar sta je dan.
Ik had nog geen accommodatie geregeld. De reisgids die ik had blonk niet uit op het gebied van informatie hierover. Incompleet, verouderd en soms onjuist; het was beter om ter plekke gewoon rond te vragen. Maar met zo’n zware koffer, midden in de zandbak in het centrum van Ponta, ben je niet zo mobiel. Een jongen die ook in dezelfde bus zat sprak me aan, en vertelde meteen dat hij bij een hostel werkte, en dat ik daar maar eens moest komen kijken. Het zou me zeker bevallen, verzekerde hij me. Hij stelde zich voor als Enzo. Normaal ben ik erg afhoudend, als mensen me naar hun hotel proberen te lokken. Maar hij bleek een geschikte kerel, net als de eigenaar Mark, en zijn hostel Gamboozini was gewoon supertof.
Het hostel zat vrij vol, en ik maakte kennis met de andere gasten. Erg divers; oa een stel uit Zuid-Afrika, een stel met baby uit Finland, Fransen, drie Zweden en een meisje uit IJsland. Zij was de allereerste uit dat land die ik op mijn reizen tegen was gekomen, en dat is op zich niet zo heel gek, want IJsland heeft slechts 300 duizend inwoners. We zijn met een klein groepje naar een bar gegaan waar ze een grote tv hadden, er moest rugby gekeken worden. Nou weet ik daar helemaal niks vanaf en boeit het me ook eigenlijk geen ruk, dus heb ik me samen met Hjördis uit IJsland (ook geen sportfan) maar gestort op de lokale drankenkaart, en die bleek prima in orde. Ik kwam er al snel achter dat ze in IJsland kunnen zuipen als bazen.
Voor het diner had Mark een fondue geregeld, met lekker vlees en boerenwors. Met het hele hostel hebben we gezellig zitten eten en drinken, met chocolade-fondue en dropshots als afsluiter. Mark vroeg of er mensen interesse hadden in een “short tour of Ponta, we’ll be back within one hour. Just a few beers.” Eigenlijk was ik best moe en ik zou de volgende dag al om 7 uur opgehaald worden om te gaan duiken, maar ik ben toch maar meegegaan.
We gingen met z’n vieren; naast Mark ging Hjördis mee en Roger, een jonge bragging bro uit Zuid-Afrika. De rest taaide al af. Het uurtje werd “iets” langer. Na vele rondes bier, tequila, springbokkies, nog meer bier en tequila, was het diep in de nacht en het mocht een wonder heten dat we nog heelhuids terug in het hostel terugkwamen. We waren namelijk gewoon met de auto, en wat betreft de Bob… who the fuck is Bob? Aan het eind kwam er bij mij geen coherent woord meer over mijn lippen, en er zijn enkele gaten in mijn herinnering. I’m afraid I was very, very drunk. Maar wat hebben we een lol gehad.
Maar, de volgende ochtend wel weer duiken. Dat wilde ik niet afzeggen. Dus de wekker gewoon om half 7. Paar uurtjes slapen en dan lekker ontbrakken onder water, dat was het plan. Ik had er echter niet bij stilgestaan dat in Nederland die nacht de wintertijd was ingegaan. Mijn telefoon stond nog op Nederlandse tijd en die is op zich gelijk aan de tijd in Mozambique… totdat de wintertijd ingaat. Dus die duik heb ik gemist, en dat is misschien maar goed ook; met mijn alcohol-kegel had ik de vissen waarschijnlijk een delirium bezorgd.
Het duiken is later die week nog wel gelukt, alhoewel minder dan ik had gewild. Ik heb slechts twee duiken gemaakt. Het weer werkte niet mee, en zorgde voor veel stroming en hoge golven, waardoor het duiken een paar keer afgelast moest worden. Dus dan maar andere plannen maken. In het hostel ontmoette ik Richard, een brit die sinds een jaar of 10 enthousiast paraglider was. Hij gaf ook les, en dat klonk me wel tof in de oren, want paragliding stond vrij hoog op mijn bucket list. En terecht, want het bleek waanzinnig tof.
Paragliding is vliegen aan een langwerpige parachuut, een wing, waarvan je de linker- en rechterkant naar beneden kan trekken om te sturen. Als je ze allebei naar beneden trekt rem je. Het is de meest elementaire vorm van een vliegtuig en dat maakt het leuk: je kan het heel snel leren, het is veel simpeler dan gewoon zweefvliegen, wat ik een hele tijd geleden al eens heb gedaan. Omdat je gewoon in de lucht hangt, en niet in een cockpit zit, is het ook nog eens veel toffer. Je voelt de wind en je gebruikt je hele lichaam om te sturen. De kick die je krijgt als je wordt gegrepen door de wind en opstijgt is niet te beschrijven; de kracht van de wind is fenomenaal en ontzagwekkend, al lijkt het maar een klein briesje. We hebben in tandem-vorm een vlucht gemaakt van ruim een half uur, waar ik ook zelf een stuk heb gevlogen. De landing heb ik maar aan hem overgelaten.
Richard geeft veel mensen les en doet vaak tandemvluchten. Hij hoeft geen reclame te maken want iedereen ziet hem vliegen en dat is reclame genoeg. Hij vertelde dat hij ook een keer een groepje oudere dames uit Engeland mee heeft genomen. Dat was een groot succes. Een van hen, een echte bekakte stiff upper lip lady, was na afloop dolenthousiast op hem afgekomen, pakte hem beet en vertrouwde hem toe: “Oh Richard, it was jolly good! I haven’t had this much fun since I had this multiple orgasm back in ’72!”
Een ander item on my bucket list was het zwemmen met dolfijnen. Op de allerlaatste dag heb ik nog een plek op de boot weten te bemachtigen. Ik kon die dag toch niet meer duiken omdat ik diezelfde avond al in het vliegtuig zou zitten. In verband met de lage luchtdruk op grote hoogte geeft dat verhoogd risico op decompressie-aandoeningen. Maar snorkelen is geen enkel probleem. Met een groep van 12 schuimden we de zee af op zoek naar dolfijnen, en die hebben we gevonden ook. Fantastisch om rond te zwemmen in groepen van 10 of meer dolfijnen!! Heb er een paar mooie filmpjes van weten te maken, die ik nog op youtube zal plaatsen.
Daarna moest ik echt weer terug naar Maputo. Door Mark ben ik afgezet bij de Zuidafrikaanse grens. Vanaf daar was het makkelijker om een busje richting Maputo te regelen. Echter, er moesten nog 7 passagiers gevonden worden voordat ze zouden gaan rijden. Ik heb een half uurtje gewacht en toen kwamen er vier passagiers bij. Ik had geen zin om langer te wachten, dus ik heb de overgebleven drie plekken maar gewoon opgekocht, en dat gaf me recht op een ruime zitplaats naast de bestuurder. In ongekend comfort ben ik teruggereden.
In Maputo aangekomen belde ik Hjördis op. Zij werkt daar bij de IJslandse ambassade, en we hadden al afgesproken dat we nog een drankje zouden gaan doen. Ze nam me mee naar een verjaardagsfeest van een Deense jongen, in een braai-restaurant. We waren daar met een gezelschap van ongeveer 20 mensen, uit alle windstreken en continenten. Lekker en gezellig gegeten, en daarna met z’n allen naar het culturele centrum van Maputo, waar twee keer per week jazz-sessies worden gehouden. Mijn tijd in Mozambique heb ik dus afgesloten met geweldige Afro-jazz van topmuzikanten.
Het was ontzettend gezellig, zo gezellig dat ik geen afscheid wilde nemen. “Dan verplaats je je vlucht toch gewoon? Dat kost soms bijna niks!”, stelde Hjördis voor. Dat was het proberen waard, dus ik zocht het telefoonnummer van TAP Portugal op. Helaas, alleen een nummer in Portugal, en mijn locale simkaart stond dat niet toe. Hjördis gaf me haar telefoon. “Never mind the costs, Iceland’s paying, who cares?” Helaas was de eerstvolgende beschikbare vlucht pas zondagavond, en dat zou me meer dan 500 euro kosten. Dat was wat te veel. Dus heb ik uiteindelijk toch maar afscheid genomen.
Ik was veel te laat. Om tien voor half elf stond ik nog met bier in mijn handen en om kwart voor elf zou de check in al sluiten. Ik moest mijn bagage nog ophalen, die ik in een hotel had gestald. En natuurlijk was er nergens een taxi te vinden. Dan maar lopen! Op mijn teenslippers rende ik door de straten van Maputo, tot ik uiteindelijk toch een taxi vond. Ik maande de chauffeur om haast te maken, en hij begreep de situatie. We scheurden met enorme snelheid door de stad; snel bagage inladen en dan meteen naar het vliegveld. Om 10:45 precies kwam ik aan, met piepende banden. Gelukkig is het vliegveld maar klein. Hijgend kwam ik bij de incheckbalie aan. Ze wilden al gaan afsluiten, maar ik kon er nog net terecht.
“You are the very last passenger, sir”, zei de dame achter de balie.
“Yes, but you know: it was extremely hard to say goodbye to Mozambique!”
Ze lachte en gaf me mijn boarding pass.
Voldaan en tevreden, maar toch ook enigszins melancholiek ging ik zitten bij de gate. Wat een geweldige vakantie!
Update: de duikvideo staat online!
..en wat een geweldige leuke verhalen: Super!!
Wat een verhalen! Leuk dat je je ervaringen met ons deelt!
Wat zoek je eigenlijk nog in Nederland……?
Wordt weer wennen man!
Sterke in de eerste weken gareellopen in ons natte saaie Nederland!
Goed zeg!! Klinkt allemaal super Len!